Het is weer zover. Het moment waar ik de hele ochtend al op wacht. Baasje pakt de bal. Mijn oren spitsen zich, mijn lichaam verstart – elke spier in mijn lijf gespannen. Wandelen is geweldig, maar dit? Dit is het hoogtepunt. De bal.
Ik blijf afwachtend zitten, precies zoals baasje me heeft geleerd. Mijn ogen blijven gefixeerd op die ene perfecte ronde vorm, glimmend in het zonlicht. Het is alsof de wereld om me heen vervaagt. Geen vogel, geen windvlaag, niets kan me afleiden. Ik kijk goed, mijn blik geconcentreerd. Wanneer zal hij hem gooien? Mijn poot trilt lichtjes van de opwinding, maar ik blijf zitten. Wachten. Geduldig.
Dan, eindelijk – baasje beweegt. De bal vliegt de lucht in, een boog tegen de blauwe hemel. Mijn poten schieten als vanzelf in actie, het gras voelt koel onder mijn voeten terwijl ik sprint. Mijn ogen blijven onafgebroken op de bal gericht. Geen enkele beweging ontgaat me. En daar is-ie. Met een triomfantelijke sprong vang ik hem in mijn bek. Yes! Missie geslaagd.
Ik keer terug naar baasje, mijn staart zwiept enthousiast heen en weer. De bal leg ik trots voor zijn voeten. Nog een keer, vraag ik met mijn ogen. Nog één keer?



Reactie plaatsen
Reacties