

"Wachten op vrouwtje" – verteld door Rex de border collie
Vandaag begon als een gewone dag. De zon scheen een beetje, ik had mijn ochtendrondje al gehad, en ik lag lekker op mijn plekje bij het raam. Maar toen... toen rook ik iets in de lucht. Iets was anders.
De deur ging open. Daar was mijn vrouwtje. Maar niet zoals anders. Ze huilde. Tranen rolden over haar wangen terwijl ze in de armen van baasje viel. Ik rende naar haar toe, kwispelend, maar ik voelde meteen: dit is niet goed.
Ik hoorde woorden vallen. “Bedrijfsongeval… gevallen… op haar rug… hoofd, nek, rug en enkel… veel pijn…” Mijn oren spitsten zich. Mijn vrouwtje had pijn. Heel veel pijn.
Ze gingen weg. Naar de dokter. Daarna naar het ziekenhuis. En ik? Ik bleef achter. Wachten. Wachten. Wachten. Urenlang keek ik naar de deur. Elk geluidje deed mijn staart opspringen. Maar telkens weer… stilte.
Tot eindelijk… eindelijk… de sleutel in het slot draaide.
Daar was ze weer. Mijn vrouwtje. Ze liep langzaam, voorzichtig. Maar ze was thuis. Ik rende naar haar toe, duwde mijn neus tegen haar hand, en ging meteen naast haar liggen. Dichtbij. Heel dichtbij. Want dat is wat ik doe. Waken. Troosten. Liefhebben.
Ik blijf bij haar. Zolang ze me nodig heeft. En nog veel langer.



Reactie plaatsen
Reacties