
Na hun bezoek aan de Spiegelvallei, leidde de kaart hen naar een plek die slechts één naam droeg: De Stad van Stilte.
Het pad werd breder, maar stiller. Geen wind, geen vogels, geen fluisteringen. Alleen het zachte geluid van hun voetstappen op de glinsterende stenen. De lucht was helder, maar de stilte was zo diep dat het leek alsof de wereld haar adem inhield.
Toen ze de stad bereikten, zagen ze gebouwen van kristal en licht, zwevend boven de grond. Er waren straten, pleinen, fonteinen — maar geen enkel wezen te zien. Alles leek verlaten, en toch… leefde het.
Op een plein stond een grote klok zonder wijzers. In het midden van de stad stond een toren die pulseerde met een ritme dat aanvoelde als een hartslag.
De kat verscheen opnieuw, dit keer zittend op een zuil van licht.
“De Stad van Stilte is geen plek van leegte,” zei hij. “Het is een plek waar de tijd wacht. Hier rust alles wat nog niet gezegd is.”
Rex voelde een trilling in de grond. Bella hoorde een melodie die nog niet was gespeeld. Toby zag een deur die nog niet geopend was.
Toen begon de stad te reageren op hun aanwezigheid. De gebouwen begonnen zacht te zingen — geen woorden, maar tonen. Elk geluid was een herinnering, een gedachte, een gevoel dat nooit uitgesproken was.
Ze begrepen: om verder te kunnen, moesten ze iets achterlaten. Iets wat ze niet langer hoefden mee te dragen.
Rex liet zijn twijfel los. Bella liet haar behoefte aan perfectie los. Toby liet zijn angst om vergeten te worden los.
De klok begon te draaien. De toren opende zich. En een nieuwe poort verscheen — deze keer van zuiver licht.
“Jullie zijn klaar,” zei de kat. “De laatste reis wacht. Naar het hart van deze wereld.”
wordt vervolgd....



Reactie plaatsen
Reacties