Hoofdstuk 2:
De woensdagen kwamen en gingen, gevuld met de normale chaos van een hondenleven. Ik, Rex, bleef Bram in de gaten houden – wat een fulltime baan is, kan ik je vertellen. De vijver bleef veilig, de postbode ongedeerd, en de tuin… nou ja, de tuin bleef een Avonturenpark.
Maar het gat. Dat bleef ons geheime portaal. Elke woensdag, als de zon opkwam en de bladeren hun speciale dans begonnen, gingen Bram en ik erheen. We hoefden het boek niet op te graven; de magie leek vanzelf te werken. Ik kon het voelen, een lichte tinteling in mijn snorharen.
"Rex," zei Bram op een ochtend, zijn oren gespitst naar de lucht. "Hoor je dat?" Ik snuffelde. "De wind?" "Nee, Rex! Iets anders! Het fluistert mijn naam!"
En inderdaad, een zachte, krassende stem leek door de lucht te zweven. Het klonk een beetje als het schuren van takken, maar dan met een soort miauwend accent.
"Miauw… Bram… Miauw… Waar ben je, kleine lastpak?"
Bram's ogen werden groot. "De kat! Het is de kat van de buren! Hij… hij praat!" Ik moest mijn best doen om niet te grinniken. De kat van de buren, die we 'Mister Snobbes' noemden, was een pluizige, oranje kolos die altijd deed alsof hij de belangrijkste bewoner van de hele straat was. Normaal gesproken hief hij zijn neus op voor honden, alsof we onzichtbare, luidruchtige meubels waren.
We sprintten naar de schutting waar Mister Snobbes meestal paradeerde. Hij zat er, zoals gewoonlijk, met zijn staart statig om zijn poten gevouwen, en keek ons aan met een blik die zei: 'Wat willen jullie van me, simpele zielen?'
"MIAUW! Waarom zo lang, o, mindere wezens?" sprak Mister Snobbes, zijn stem even arrogant als altijd, maar nu konden we het echt verstaan! Bram begon te springen. "We kunnen je verstaan! We kunnen met je praten!" Mister Snobbes keek ons aan met een verbazing die bijna zijn snob-houding doorbrak. "Oh? Nu pas? Ik probeer jullie al jaren te vertellen dat jullie te luidruchtig zijn, en dat mijn maaltijd altijd te laat is. Maar ja, stomme hondenoren, hè?"
Ik rolde met mijn ogen, maar glimlachte. "Sorry, Mister Snobbes. We hebben een speciaal boek gevonden. Nu begrijpen we iedereen." Mister Snobbes' ogen versmalden tot spleetjes. "Een boek, zeg je? En wat staat er in dit 'boek' over de superieure intelligentie van katten en de noodzaak van dagelijkse zalm?"
Bram was alweer afgeleid. "En de eekhoorns! Ik wil met de eekhoorns praten! Waarom verstoppen ze hun nootjes zo goed?"
We lieten Mister Snobbes achter, die nog steeds bezig was met het becommentariëren van zijn gemiste zalmmaaltijd, en keken omhoog naar de eikenboom. En daar, op een tak, zat Eekhoorn Knoest, onze aartsvijand in de strijd om gevallen dennenappels.
"Halloooo, Knoest!" riep Bram. Eekhoorn Knoest wipte zenuwachtig. "Wat is er, woef-beestjes? Jullie klinken… begrijpelijk vandaag. Hebben jullie eindelijk geleerd wat 'stil zijn' betekent?" Ik schudde mijn kop. "We willen gewoon weten, Knoest, waarom je je nootjes altijd in onze tuin begraaft en dan vergeet waar ze liggen."
Knoest pufte. "Het is een strategie, Rex! Zo verspreid ik de zaadjes! En misschien… heel misschien… vind ik er ooit eentje terug als ik écht honger heb." Hij knipoogde. "En jullie graven ze toch wel op voor me, nietwaar?"
Bram en ik keken elkaar aan. Dit was dus de reden! Het hele eekhoorn-nootjes-begraaf-mysterie was opgelost. Dit boek was echt magisch.
We renden verder, op zoek naar de volgende sprekende buur. De tuin voelde ineens veel groter, veel levendiger. Elk blaadje, elke vogel, elke mier… wie wist wat ze allemaal te vertellen hadden?
Maar één ding wist ik zeker: met deze nieuwe kracht zou ons hondenleven nooit meer saai zijn. En ik, Rex, moest ervoor zorgen dat Bram niet probeerde een diepgaand filosofisch gesprek aan te gaan met een regenworm. Want je weet maar nooit wat die beestjes allemaal te zeggen hebben.
Woef woef! Tot de volgende ontdekking, en misschien wel een gesprek met de koeien!
Reactie plaatsen
Reacties