
De zon schijnt en baasje trekt zijn vieze schoenen aan. Ja! Dat betekent dat we de tuin in gaan! Ik spring vrolijk om hem heen en ren alvast naar de achterdeur. Buiten rook het heerlijk naar aarde en bloemen. Baasje pakt zijn handschoenen en gaat op zijn knieën bij de plantjes zitten. Hij is onkruid aan het weghalen, zegt hij. Dat ziet er interessant uit!
Ik kijk een tijdje toe en besluit dat ik ook wil helpen. Ik ben een hele goede hulp, dat weet ik zeker. Ik snuffel tussen de plantjes en zie er èèn die er vreemd uitziet dat, zal vast wel onkruid zijn denk ik. Baasje trekt ze eruit, dus dan kan ik dat ook wel doen. Ik begin te graven met mijn poten en ja hoor, ik heb er één! Trots trek ik een heel polletje uit de grond. Het is een mooi plantje met grote, groene bladeren. Een schoenlapper plantje, hoor ik baasje zeggen.
Dan begint baasje te lachen. "Nee Rex, die mag niet! Deze mogen wel," zegt hij, terwijl hij mij een aai over mijn kop geeft. "Je mag het niet weer doen, alleen het echt onkruid, die lelijke sprieten." Oeps. Ik dacht dat ik het zo goed deed. Ik leg het plantje maar weer netjes neer.
Ik kijk niet eens hoe het baasje het dan wel doet, maar het is best ingewikkeld, al die verschillende plantjes. Ik besluit dat het helpen in de tuin toch het beste vermoeiend is. Ik zoek een lekker plekje op het warme kussen en ga heerlijk liggen. Terwijl het baasje nog druk bezig is, begin ik lekker te dommelen in het zonnetje.
Wat een heerlijk leven heb ik toch. Woef!




Reactie plaatsen
Reacties