Rex en de buurkat.

Gepubliceerd op 17 augustus 2025 om 13:03

Mijn dag begint altijd hetzelfde: met een lange, diepe zucht en dan rek ik me helemaal uit, zo lang als ik maar kan. Zodra ik één oog open, weet ik het al. De zon schijnt door een kiertje van het gordijn, recht op mijn favoriete plekje op het tapijt. Maar belangrijker nog: ik hoor gerommel in de keuken. Mijn baasje is wakker!

Ik spring op, mijn poten tikken zachtjes op de houten vloer terwijl ik naar de keuken draf. "Goedemorgen, grote vriend," zegt mijn baasje, en hij krabt me precies achter mijn oren. Ah, perfect. Terwijl hij met die lawaaiige koffiemachine bezig is, krijg ik mijn bak met knapperige brokjes. Binnen een minuut is hij leeg. Het leven is goed.

Na het eten komt het beste moment van de ochtend: de tuindeur gaat open. Ik schiet naar buiten, de frisse lucht vult mijn neus met duizenden heerlijke geuren. Gemaaid gras, de rozen van de buurvrouw, een oude tennisbal die onder de struiken ligt... en... wacht eens even.

Die geur.

Het is een scherpe, een beetje arrogante geur. Ik ken hem maar al te goed. Mijn oren gaan recht overeind staan en mijn staart stopt met kwispelen. Ik sluip zachtjes naar de schutting, mijn neus trilt van opwinding. En ja hoor, daar zit hij. Op de bovenste plank van de schutting, alsof hij de koning van de wereld is. De buurkat. Een rood, pluizig monster met ogen die me aankijken alsof ik een vervelende vlieg ben.

Hij heet Tijger, geloof ik. Maar voor mij is hij gewoon 'De Kat'.

Hij geeuwt, heel langzaam, en laat zijn roze tongetje zien. Dat is het teken. Hij daagt me uit. Mijn Border Collie-instinct neemt het over. Ik moet hem drijven! Hij hoort daar niet!

Ik zet mijn voorpoten iets uit elkaar en laat mijn beste, diepste blaf horen. "WOEF!"

De Kat trekt zich er niets van aan. Hij begint een pootje te wassen, met een stuitende kalmte. Dit is onacceptabel. Ik ren heen en weer langs de schutting, mijn poten stampen op het gras. "WOEF! WOEF! Ga weg! Dit is mijn tuin! Mijn gras! Mijn baasje!"

Hij stopt met wassen en kijkt me aan. Zijn staart zwiept nu langzaam heen en weer. Een teken van irritatie. Goed zo, ik heb zijn aandacht. Ik neem een aanloop en spring tegen de schutting op, mijn nagels krassen zachtjes op het hout. Hij deinst een klein beetje achteruit. Ha! Overwinning!

Hij blaast even kort, een zacht 'pfff'-geluidje, en met een elegante sprong die ik hem stiekem benijd, landt hij geruisloos in zijn eigen tuin. Weg is hij.

Ik snuffel nog een keer aan de onderkant van de schutting waar zijn geur hangt. Zo. Territorium weer veiliggesteld. Met mijn kop omhoog en mijn staart als een trotse vlag loop ik terug naar de keukendeur. Mijn baasje staat daar met een glimlach. "Zo Rex, heb je de buurkat weer weggejaagd? Goed zo, jongen."

Hij geeft me een aai over mijn kop. Ik leg mijn hoofd op zijn schoot en zucht tevreden. De tuin is veilig, mijn baasje is blij en de brokjes waren lekker. Morgen zal De Kat er vast weer zijn. En dan ben ik er ook weer klaar voor. Maar nu… nu is het tijd voor een dutje. Dromen over het vangen van eekhoorns en pluizige, rode katten.

 

Rex en de buurkat (gedicht)

Ik heet Rex, een hond zo zwart en wit, en als de zon schijnt,

ben ik altijd fit. Ik rek me 's ochtends helemaal uit, dan voel ik mijn vacht strak op mijn huid.

Mijn baasje roept: "Kom op, het is tijd!" Mijn bak met brokjes staat alweer bereid.

Als die leeg is, spring ik op en neer, want ik wil naar de tuin, telkens weer!

De deur gaat open en ik ren heel vlug, met kwispelende staart over mijn rug.

Ik snuffel aan het gras, de lucht is fijn, deze hele achtertuin is van mij!

Maar dan zie ik boven op de schutting, een rode kat, wat een vervelende dutting!

Hij zit daar rustig en kijkt op me neer, dat mag niet, nee, echt geen tweede keer!

Ik blaf heel hard: "Woef woef! Ga van dat hout!" Maar het is alsof hij mij niet vertrouwt.

Hij wast zijn pootje en geeuwt heel gemeen, en kijkt verveeld om zich heen.

Ik blaf nog harder en ik spring en ren, zodat hij weet dat ik de baas hier ben!

Dan schrikt hij toch en met een snelle sprong, is hij verdwenen,

waar hij vandaan kwam opdook.

Trots loop ik terug naar de keukendeur, i

k ben de held, ik verdrijf elke zeur!

Mijn baasje lacht en aait me over mijn kop, "Goed zo, Rex, jij let er prima op!"

 
Rating: 0 sterren
0 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.