
De dagen na mijn 'grote ontsnapping' waren vol van gespannen energie. Ik was opgewonden, maar ook gefrustreerd. Mijn baasje, hield me nu extra goed in de gaten. Elke keer als de deur openging, was hij er als de kippen bij om te voorkomen dat ik weer de wijde wereld in glipte. Mijn kansen om naar het trainingsveld te gaan, leken nihil. Toch gaven mijn dromen me hoop; ik zag Lilly rennen, vliegen over hindernissen, en ik hoorde haar blaf in de wind.
Toen kwam de zaterdag. Baasje was druk in de weer. Hij pakte mijn favoriete kauwbot in, mijn voerbak, en zelfs mijn oude, versleten deken. Dit betekende maar één ding: we gingen ergens naartoe in de grote, ronkende metalen doos die baasje 'de auto' noemde. Meestal vond ik dat prima, want het betekende vaak een bezoekje aan de oma van mijn baasje, waar altijd wel een koekje of twee te stelen viel. Maar vandaag was mijn hart ergens anders.
Terwijl ik op de achterbank zat, tuurde ik uit het raam. De bekende straten gleden voorbij. Ik zag ons park, de supermarkt... en toen, plotseling, een glimp van het trainingsveld! Mijn oren schoten omhoog en ik begon zachtjes te janken. "Rustig, Rex," zei Baasje, die mijn onrust zag. "We zijn er bijna."
Maar we reden het trainingsveld voorbij. Mijn snuit zakte teleurgesteld naar beneden. We reden verder, de stad uit, langs groene velden en bossen. Ik zuchtte diep en besloot dat ik me erbij moest neerleggen. Geen Lilly vandaag.
Na een lange rit stopte de auto. We waren bij een groot gebouw met een bord ervoor. Er stond een tekening van een hond op. Een dierenarts, dacht ik met een rilling. Maar we liepen er niet naar binnen. Baasje leidde me naar een groot, omheind veld naast het gebouw. Het was nog groter dan het trainingsveld in het park. Er waren overal honden! Grote, kleine, pluizige, kortharige. En ze renden en speelden allemaal.
Mijn staart begon langzaam te kwispelen. Wat een feest! Ik zag wel twintig honden. En toen...
Mijn blik viel op een groepje honden die bij een vrouw stonden. Ze was met een bal aan het spelen. En daar, tussen die honden, rende een zwart-witte bliksemschicht. Ze ving de bal behendig en bracht hem met een vrolijke kwispel terug. Precies zoals in mijn droom.
Het was Lilly.
Mijn hart sloeg een slag over. Ik trok aan de riem, jankte zachtjes en deed mijn uiterste best om baasje mee te trekken. "Rex, wat is er?" zei hij lachend, en volgde mijn blik. "Oh, kijk eens aan! Dit is een honden uitlaat dag, Rex. Een perfecte plek om nieuwe vrienden te maken."
Nieuwe vrienden? Ik wilde geen nieuwe vrienden. Ik wilde Lilly.
Baasje liet me los en ik vloog de groep in. Ik negeerde de andere honden die aan me snuffelden. Mijn ogen waren alleen op haar gericht. Ze zag me. Haar hoofd kantelde een beetje en ze blafte een vrolijke, nieuwsgierige blaf. Ik blafte terug, mijn stem vol van de maandenlange zoektocht, van de hoop en de verwachting.
We renden naar elkaar toe. Geen strakke georganiseerde race zoals ik haar op tv had zien doen, maar een dolle, onhandige sprint, onze staarten kwispelend als gekken. We botsten bijna tegen elkaar aan, rolden even over het gras en stonden toen hijgend tegenover elkaar. Haar ogen keken in de mijne, en ik wist het zeker. Dit was haar.
Ze snuffelde aan mijn neus, en haar geur was precies zoals ik me had voorgesteld: fris, levendig en vol van avontuur. Ik snuffelde terug, mijn neus vol van haar vacht, het gras, en iets heel eigens dat alleen Lilly was.
Baasje kwam dichterbij en lachte. "Nou, Rex, je hebt haar gevonden, zo te zien!" Hij kende me zo goed.
Lilly blafte nog een keer en stootte met haar neus tegen de rode bal die nog steeds bij haar poten lag. Ik begreep het. Ze wilde spelen. En ik, Rex, wilde niets liever. Mijn zoektocht was voorbij. Het avontuur was net begonnen. Ik rende achter haar aan, mijn staart hoog in de lucht, de zon op mijn rug, en de lach van Lilly in mijn oren. Dit was het begin van iets moois.
wordt vervolgd...


Reactie plaatsen
Reacties