
πΎ REX, BELLA EN TOBY EN HET HART VAN HET WOUDECHO πΏπ₯
De eerste bladzijden van het lege boek vulden zich met hun woorden, hun tekeningen, hun ontdekkingen. Maar terwijl ze schreven, begon het boek zachtjes te trillen — alsof het leefde.
“Voel je dat?” vroeg Toby, zijn oren gespitst.
Bella keek naar de bladzijden. De inkt gleed vanzelf verder, vormde een kaart… maar deze was anders dan de vorige. In het midden stond een symbool: een spiraal van bladeren, omringd door sterren.
“Dat is het teken van het Woudecho,” fluisterde de wolf, die plotseling weer naast hen stond. “Het hart van het bos. Daar worden alle verhalen bewaard — zelfs die nog nooit verteld zijn.”
Ze volgden de nieuwe kaart, die hen leidde langs rivieren die zongen, bomen die hun takken bogen als groet, en velden waar het gras glinsterde als dauw in maanlicht. Onderweg ontmoetten ze nieuwe bondgenoten: een wijze uil die in raadsels sprak, een eekhoorn die vergeten sleutels verzamelde, en een hert dat kon lopen tussen werelden.
Elke ontmoeting bracht een nieuw stukje van het verhaal, een nieuwe herinnering die in het boek verscheen zodra ze het beleefden.
Maar het pad werd moeilijker. Donkere mist begon op te trekken, en stemmen fluisterden uit de schaduwen.
“Niet alle verhalen willen verteld worden,” zei de uil. “Sommige zijn vergeten met reden.”
Toch gingen ze verder. Rex vertrouwde op zijn instinct, Bella op haar kennis van de tekens, en Toby op zijn vermogen om het onhoorbare te horen. Samen vonden ze een verborgen doorgang — een tunnel van wortels en licht — die leidde naar een open plek waar de lucht trilde van energie.
Daar stond een oude boom, groter dan alle anderen, met een holte in zijn stam. Binnenin lag een kristallen bol, zwevend boven een cirkel van runen.
“Dit is het Woudecho,” zei de wolf. “Raak het aan, en je zult zien wat het bos nog niet heeft durven dromen.”
Bella strekte haar poot uit. De bol lichtte op, en beelden stroomden uit de lucht: verhalen van dieren die spraken met sterren, bossen die wandelden, en een tijd waarin natuur en magie één waren.
Maar toen verscheen een schaduw — een figuur zonder gezicht, gevormd uit vergeten verhalen en verloren herinneringen.
“Dat is de Vergetene,” zei de uil. “Hij voedt zich met wat we niet durven herinneren.”
De Vergetene probeerde het boek te grijpen, maar Rex sprong ertussen. Bella riep de tekens op die ze had geleerd, en Toby zong een melodie die hij in de wind had gehoord. Samen vormden ze een kring van licht, en het boek begon te gloeien.
De Vergetene werd niet verslagen — maar getemd. Hij veranderde in een rookwolk die zich terugtrok in de wortels van de boom, wachtend op een ander moment.
“Jullie hebben het Woudecho beschermd,” zei de wolf. “Maar het verhaal is nog lang niet voorbij.”
Ze keerden terug naar de open plek, het boek nu vol met verhalen, maar nog steeds met lege bladzijden. Want het bos leeft, en zolang zij blijven zoeken, blijven er verhalen te vinden.




Reactie plaatsen
Reacties