De stoere retriever Bas

Gepubliceerd op 26 oktober 2025 om 12:43

De Stoere Retriever Bas

Mijn naam is Rex. Ik ben een Border Collie en mijn leven is een serie van belangrijke taken. Ik bewaak het huis, ik zorg dat de Vrouwtje niet struikelt over haar eigen voeten, en ik houd de kat van de buren nauwlettend in de gaten (nog steeds een verdacht type, als je het mij vraagt). En natuurlijk waak ik over Bram.

Bram, mijn kleine broertje, is een pluizenbol vol enthousiasme. Sinds we hem uit die oude stal hebben gehaald, heeft hij ontdekt dat de wereld één groot avontuur is. En hij sleept mij overal in mee. Vandaag was zo'n dag.

"Rex! Kijk! Daar is het Vrouwtje! En ze heeft de riemen!" Bram stond al bij de deur te springen, zijn kwispelende staart leek een helikopterpropeller.

"Rustig, kleintje," zei ik, terwijl ik langzaam opstond van mijn favoriete zonneplekje. "Overdrijven is ook een kunst." Maar ik voelde mijn eigen staart al voorzichtig kwispelen. Wandelen is tenslotte ook een belangrijke taak. Er moeten geuren gecontroleerd worden, belangrijke berichten achtergelaten, en ik moet ervoor zorgen dat de Vrouwtje niet verdwaalt.

Vandaag gingen we niet naar het gewone park. Het Vrouwtje stopte bij een plek die ik nog niet kende: een open veld met hoge graspollen en een grote, glimmende vijver in het midden. Dit was nieuw terrein, en dat betekende extra veel geuren!

"Oeh! Nieuwe geuren!" Bram dook meteen de hoogste graspollen in. Hij kwam er weer uit met een hele lading zaadjes in zijn vacht, en keek mij verwachtingsvol aan. "Gaan we zoeken, Rex?"

"We gaan verkennen, Bram," corrigeerde ik hem. "En we blijven bij de Vrouwtje in de buurt."

Ik begon mijn professionele verkenningswerk. Neus aan de grond, oren gespitst, alle sporen lezend als een belangrijke krant. Konijnen, muizen, vogels… en dan, een nieuwe geur. Een hele grote. En sterk. Het was een hondengeur, maar anders dan de gebruikelijke honden uit het park. Deze geur was... stoerder. En een beetje nat.

Plotseling hoorde ik een luid geplons. Bram, die achter een vlinder aan was gerend, stond nu aan de rand van de vijver te blaffen. Niet naar de vlinder, maar naar...

Naar een gigantische, goudkleurige hond die moeiteloos een grote tak uit het water trok. De hond schudde zich uit, en een tsunami van water spatte over Bram heen. Bram piepte en schudde zijn eigen vacht, terwijl hij probeerde de waterdruppels uit zijn ogen te krijgen.

De grote hond, die nu voor ons stond, was indrukwekkend. Hij had een vacht als de zon, een brede borst, en een staart die rustig heen en weer zwaaide. Hij was zo groot dat ik even twee keer moest knipperen. Hij keek naar Bram, toen naar mij, en liet de natte tak voor onze neuzen vallen.

"Hoi!" zei hij. Zijn stem was diep en vriendelijk. "Ik ben Bas. Een Golden Retriever. Dit is mijn favoriete tak. En dit is mijn favoriete vijver." Hij duwde de tak met zijn neus. "Wil je gooien?"

Bram, die net zijn puppy-blaf weer had gevonden, stopte abrupt. Zijn mond viel open. Hij keek naar de tak, toen naar de vijver, toen naar Bas. "Jij... jij gaat in het water?"

Bas kwispelde. "Natuurlijk! Water is geweldig! Het is koud, en je kunt er dingen uit halen. Net als deze tak."

Ik stapte naar voren. "Aangenaam, Bas," zei ik, met mijn meest formele Border Collie stem. "Ik ben Rex. En dit is mijn broertje, Bram." Ik duwde Bram zachtjes met mijn neus. "Hij is nog een beetje... nieuw met vijvers."

Bas lachte. Een diepe, vrolijke woef. "Geen probleem! Kom erbij! Het Vrouwtje van Rex zegt dat ik een beetje een wildebras ben, maar ik ben heel lief. En ik hou van spelen!"

Hij pakte de tak weer op, rende naar de Vrouwtje, en liet de tak voor haar voeten vallen. Ze lachte en gooide hem ver het veld in. Bas schoot erachteraan als een pijl.

Bram's ogen volgden Bas. "Hij is zo snel!" riep hij. "En hij is niet bang voor water!"

Ik keek naar Bas, die alweer met de tak terugkwam. Hij was inderdaad snel, en vrolijk. En heel, heel nat.

"Kom, Bram," zei ik. "Laten we met hem meedoen."

Bram keek me aan. "Echt? Maar... het water is koud."

"Het Vrouwtje is erbij," zei ik. "En Bas is een goede zwemmer. We hoeven niet in het diepe."

En zo begonnen onze avonturen met Bas. Hij leerde Bram dat water niet eng was, maar leuk. Ze renden samen door de hoge graspollen, Bram piepend van plezier, Bas die met zijn grote poten overal tussendoor banjerde. Bas was ongelooflijk goed in het vinden van takken, en Bram probeerde hem na te doen, maar kwam meestal terug met een klein, zielig takje in zijn mond.

Bas was anders dan de andere honden die we kenden. Hij was zo zorgeloos. Hij maakte zich nergens druk om, behalve om de volgende keer dat de tak gegooid zou worden. Hij had geen belangrijke taken zoals ik. Hij was gewoon... vrolijk.

Op een gegeven moment stond Bram aan de rand van de vijver, zijn neus bijna in het water. Bas zwom rondjes, de tak tussen zijn tanden.

"Kom erin, Bram!" riep Bas, zijn stem gedempt door het water. "Het is heerlijk!"

Bram keek naar het water, toen naar mij. Ik gaf hem een bemoedigende lik.

Heel langzaam zette Bram een poot in het water. Toen nog een. Hij begon te peddelen, onhandig, maar hij deed het! Hij zwom naar Bas toe, en Bas duwde de tak naar hem toe. Bram pakte hem, en zwom met zijn kleine puppy-pootjes terug naar de kant.

Het Vrouwtje klapte in haar handen. "Goed zo, Bram!"

Bram kwam trots het water uit, zijn vacht druipend. Hij schudde zich uit, en keek naar Bas, die nu naast hem stond. "Ik heb gezwommen, Rex! Ik heb gezwommen!"

Ik gaf hem een dikke lik over zijn kop. "Goed gedaan, broertje," zei ik.

De rest van de middag brachten we door met Bas. Rennen, zwemmen, rollen in het gras. Zelfs ik voelde me een beetje lichter, een beetje minder "belangrijk" en een beetje meer "vrolijk".

Toen het tijd was om te gaan, stond Bas met zijn natte vacht voor ons. "Tot de volgende keer!" zei hij vrolijk. "Dan gaan we naar de Grote Modderpoel!"

Bram's ogen werden zo groot als tennisballen. "De Grote Modderpoel? Is die magisch?"

Bas lachte zijn diepe woef. "Alles is magisch als je het maar leuk vindt, kleintje!"

Op weg naar huis lag Bram, doodmoe, tegen me aan in de auto. Zijn vacht rook naar natte hond, gras en een beetje naar Bas.

"Bas is leuk, Rex," mompelde hij slaperig. "Hij is niet bang voor water."

"Nee," zei ik. "Hij is een goede vriend."

Mijn leven was nog steeds vol belangrijke taken. Maar nu had ik er een nieuwe bij: ervoor zorgen dat mijn broertje Bram net zoveel plezier had als die stoere retriever Bas. En misschien, heel misschien, zou ik de volgende keer ook een beetje in die Grote Modderpoel duiken. Maar dat hield ik voor mezelf. Ik moest wel mijn waardigheid bewaren. Ik ben tenslotte Rex, de oudere broer.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.