Het was vroeg in de ochtend toen ik wakker werd van een geluid dat ik meteen herkende: tap-tap=tap! Dat kon er maar één zijn.. Bram! Mijn kleine broertje, die altijd te vroeg wakker is en dan met zijn pootjes tikt van enthousiasme.
Ik gaapte nog even, maar toen hoorde ik nog iets. Een zacht snuf-snuffff. Hmm... dát was vreemd.
Ik stond op, liep naar de gang en jawel hoor: daar stond Bram, met zijn staart die zo hard wiebelde dat hij bijna omviel. En naast hem... "Toby! Jij weer!" riep ik blij.
Toby de bruine teckel keek me aan met een gezicht alsof hij een reusachtig geheim bij zich had. "Rex... Bram... ik moet jullie iets héél belangrijks vertellen," fluisterde hij.
Bram ging meteen zitten - al duurde dat maar twee seconden, want toen sprong hij alweer op. "Wat is het?! Wat is het?!" piepte hij.
Toby keek links, toen rechts, en boog zijn hoofd dichterbij. "Er is... een plek in de tuin... waar de staarten vanzelf sneller gaan wiebelen."
Ik keek hem aan. "Eh... Toby? Staarten wiebelen toch gewoon als we blij zijn?"
"Niet altijd!" zei Toby dramatisch. "Deze plek... maakt ze nóg sneller. Zonder dat je het zelf doet!"
Bram hapte naar lucht. "Wáááát?! Een toverplek?!"
Toby knikte en liep richting de achterdeur. "Kom. Ik laat het zien."
We liepen achter hem aan. Bram natuurlijk te dicht achter Toby, waardoor hij drie keer op zijn korte pootje trapte. Maar Toby zei niets, want hij is een goede vriend.
In de tuin stopte Toby bij een klein plekje gras onder de grote struik. "Hier. Ga erop staan."
Ik stapte voorzichtig op het plekje. Bram sprong erop zonder na te denken.
En toen... gebeurde het.
Mijn staart begon te wiebelen. Niet gewoon wiebelen. Nee- supersnel - wiebel-wiebel-wiebel! Bram's staart ging nog sneller. Hij begon zelfs een beetje te draaien, bijna zoals een helicopter.
"Toby! Hoe kan dit?!" riep ik.
Toby glimlachte trots.
"Ik noem dit... De blije plek."
Ik keek nog eens goed. Het rook daar naar gras, aarde en een vleugje van iets-heel-lekkers-waarvan-ik-het-niet-kon-plaatsen. Het was inderdaad een blije plek.
We bleven er een hele tijd. Bram rolde rond alsof hij het gras een knuffel wilde geven. Toby deed zijn bekende teckelfiguur- met zijn korte pootjes de lucht in. En ik? Ik genoot gewoon. Van mijn vrienden. Van de ochtend. En van de wiebelende staarten.
Aan het einde van de dag zei Toby:
"Rex... Bram... dit geheim is van ons hè. Alleen voor echte vrienden.
Bram knikte heel serieus, met grassprietjes in zijn vacht. Ik glimlachte. "Natuurlijk Toby. Want echte vrienden delen de allerbeste plekken."
En sindsdien.... hebben we er een gewoonte van gemaakt om elke ochtend even naar de Blije Plek te gaan. Gewoon, om de dag te beginnen met een wiebel.
Einde.
Reactie plaatsen
Reacties